Liturgie morgendienst Protestantse Gemeente Appingedam Zondag 10 november 2024 – 8ste zondag van de herfst
Voorganger: Mijna Hadders-Algra Lector: Remmina Wessels Organist: Wouter Schep Ouderling van Dienst: Johan Scholtanus Koster: Gert van der Kroef Beamteam: Henk Emmelkamp
Welkom door de ouderling van dienst
Aanvangslied: Lied 217: 1, 2, 3 en 5 (De dag gaat open voor het woord des Heren) 217:1 De dag gaat open voor het woord des Heren, zon die wij zoeken, kracht die wij ontberen, bron die wij horen als wij tot Hem keren, vroeg in de morgen.
217:2 Voor wij bestonden, riep Hij ons bij name, voor wij ontwaakten en ter wereld kwamen, zag Hij ons aan en bracht Hij ons tezamen, God onze Vader.
217:3 Door U geschapen om uit U te leven; hartslag en adem hebt Gij ons gegeven, land waar wij wonen, licht waarnaar wij streven, oorsprong en toekomst.
217:5 Aan U ons loflied: glorie aan de Vader, dank aan de Zoon die ons bestaan aanvaardde, zijn Geest geleide ons en onze aarde naar de voltooiing
Stil gebed
Bemoediging en groet
Inleidende woorden
Zingen: Ps 146: 1, 4 en 5 (Zing, mijn ziel, voor God uw Here). 146:1 Zing, mijn ziel, voor God uw Here, zing die u het leven geeft. Zing, mijn ziel, uw God ter ere, zing voor Hem zolang gij leeft. Ziel, gij zijt geboren tot zingen voor de Heer uw God.
146:4 Aan wie hongert geeft Hij spijze, aan verdrukten recht gericht. Wie geboeid zijn, Hij bevrijdt ze, blinden geeft Hij het gezicht. Hij geeft de gebukten moed en heeft lief wie zijn wil doet.
146:5 Wees en weduw en ontheemde doet Hij wonen op zijn erf. Hij behoedt de weg der vreemden, maar leidt bozen in 't verderf. Eeuwig Koning is de Heer! Sion, zing uw God ter eer!
Smeekgebed, elke bede beantwoorden met een gezongen kyrie, Lied 308 uit Zangen van Zoeken en Zien
Gloria Lied 304: 1, 2 en 3 (Zing van de Vader die in den beginnen) 304:1 Zing van de Vader die in den beginne de mensen schiep, de dieren en de dingen: hemel en aarde wil zijn naam bezingen: houd Hem in ere!
304:2 Zing van de Zoon, het licht voor onze ogen, bron van geluk voor wie Hem wil geloven: luister naar Hem het woord van alzo hoge: houd Hem in ere!
304:3 Zing van de Geest, de adem van het leven, duurzame kracht die mensen wordt gegeven. Waar wij ook gaan, wij hebben niets te vrezen: houd Hem in ere!
Gebed om het licht van de Heilige Geest
Moment voor de kinderen – afgesloten met luisteren naar "Heb de Here lief"
Schriftlezing: Leviticus 19: 1-2, 9-18 (lector Remmina Wessels)
Zingen: Lied 992: 1, 2, 3 en 4 (Wat vraagt de Heer nog meer van ons) 992:1 Wat vraagt de Heer nog meer van ons dan dat wij recht doen en trouw zijn en wandelen op zijn weg?
992:2 Wat vraagt de aarde meer van ons dan dat wij dienen en hoeden als mensen naar Gods beeld?
992:3 Wat vragen mensen meer van ons dan dat wij breken en delen als ons is voorgedaan?
992:4 Het is de Geest die ons beweegt dat wij Gods wil doen en omzien naar alles wat er leeft.
Schriftlezing: Marcus 12: 28-34 (lector Geert Middelkamp)
Zingen: Lied 320: 1, 2, 3, 4 en 5 (Wie oren om te horen heeft) 320:1 Wie oren om te horen heeft hore͜ naar de͜ wet die God hem geeft: gij zult geen vreemde goden maar Mij alleen belijden voortaan. Hoor, Isra͜ël, mijn geboden.
320:2 Bemin uw Heer te allen tijd. Dien hem͜ met alles wat gij zijt. Aanbid Hem in uw daden. Dit is het eerste͜ en grote gebod, de wil van God, uw Vader.
320:3 – Bied uw naaste͜ de helpe͜nde hand. Spijzig de͜ armen in uw land, een woning wilt hen geven. Het tweede͜ gebod is͜ het eerste gelijk; doe dit, en gij zult leven.
320:4 De macht der liefde is zo groot, ͜geen water blust haar vuren uit, wanneer zij is ontstoken. Nu wil ontbrande͜n aan liefdeswoord, God heeft͜ het tot ons gesproken.
320:5 De liefde spreekt haar eigen taal, alle͜ kwaad͜ bedekt zij duizendmaal – vergeef al wie u griefde. Dit lied zal in de lucht opgaan, maar blijve͜ in ons de liefde.
Uitleg en verkondiging
Meditatief orgelspel
Zingen: Lied 1001: 1, 2 en 3 (De wijze woorden en het groot vertoon) 1001:1 De wijze woorden en het groot vertoon, de goede sier van goede werken, de ijdelheden op hun pauwentroon, de luchtkastelen van de sterken: al wat hoog staat aangeschreven zal Gods woord niet overleven; Hij wiens kracht in onze zwakheid woont beschaamt de ogen van de sterken.
1001:2 Zijn woord wil deze wereld omgekeerd: dat lachen zullen zij die wenen, dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft, dat dorst en honger zijn verdwenen – de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn, die geen vader was, zal vader zijn; mensen zullen andere mensen zijn, de bierkaai wordt een stad van vrede.
1001:3 Wie denken durft, dat deze droom het houdt, een vlam die kwijnt maar niet zal doven, wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt, al komt de onderste steen boven: die zal kreunen onder zorgen, die zal vechten in 't verborgen, die zal waken tot de morgen dauwt – die zal zijn ogen niet geloven.
Amnestybrief
Gedenken van overleden gemeenteleden
Zingen: Lied 913: 2 en 4 (uit "Wat de toekomst brenge moge") 913:2 2 Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al uw luister, als ik in uw hemel kom!
913:4 4 Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land.
Dankgebed en voorbeden afgesloten met stil gebed en gezamenlijk gebeden Onze Vader (NBV21)
Aandacht voor de gaven
Slotlied: Lied 422: 1, 2 en 3 (Laat de woorden die we hoorden)
422:1 Laat de woorden die we hoorden klinken in het hart. Laat ze vruchten dragen alle, alle dagen door uw stille kracht.
422:2 Laat ons weten, nooit vergeten hoe U tot ons spreekt: sterker dan de machten zijn de zwakke krachten, vuur dat U ontsteekt.
422:3 Laat ons hopen, biddend hopen, dat de liefde wint. Wil geloof ons geven dat door zo te leven hier Gods rijk begint.
Zegen
Orgelspel
|